Van Albert Heijn en Intratuin, tot IKEA: supermarkten en warenhuizen doen er alles aan om je verleiden zoveel mogelijk te kopen tijdens het boodschappenrondje door de winkel.
Berucht is de IKEA-tactiek: een winkelroute met een doolhofachtige structuur die klanten telkens met nieuwe koopverleidingen opzadelt.
Maar naast routeplanning is er nog een andere factor die de kooplust beïnvloedt: de loopsnelheid. Daar heeft onderzoeker Bram van den Bergh van de Rotterdam School of Management onderzoek naar gedaan.
In een donderdag gepubliceerd bericht, inclusief een hip YouTube-filmpje, legt Van den Bergh uit hoe je loopsnelheid van klanten in winkels kunt manipuleren.
Loopsnelheid in de winkel
Wat blijkt? De afstand tussen de dwarslijnen in gangpaden is bepalend. Als je de dwarslijnen korter op elkaar laat volgen, ontstaat de illusie dat het pad langer is en gaan mensen langzamer lopen.
Omgekeerd zorgen grotere afstanden tussen de dwarslijnen ervoor dat het pad korter lijkt, en dat verhoogt juist de loopsnelheid.
In dit filmpje legt Van den Bergh het principe uit.
De toepassingen kunnen legio zijn. Als supermarkt kun je hiermee bepalen wat de 'ideale loopsnelheid' in een bepaald gangpad is voor zoveel mogelijk aankopen. Je kunt je ook voorstellen dat winkels digivloeren aanleggen waarin ze de afstandslijnen aanpassen, naar gelang de klantenstroom.
Het principe is ook breder toepasbaar volgens Van den Bergh: bijvoorbeeld op vliegvelden en stations, waar de loopsnelheid van grote stromen mensen ook van belang is.